DSASpeelgroep
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

DSASpeelgroep

Een forumpje voor onze spelersgroep.
 
IndexZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 Dagboek.

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Daan
Grenswachter
Daan


Aantal berichten : 921
Leeftijd : 34
Registration date : 21-08-07

Dagboek. Empty
BerichtOnderwerp: Dagboek.   Dagboek. Icon_minitimema sep 24, 2007 8:43 pm

Dagboek van Ayla saba Sahil
Een rare groep.
Ik kwam bijna aan in Windhaege en liep over een marktje, uit het niets kwam er een groep krijgers die de wagen van een koopman aanviel. Ze doodden ieder wie in hun weg stond, en spijtig voor hun stond ik in de weg. Samen met de twee soldaten die de wagen bewaakten en een maraskaan.
We hebben die rovers opgeruimd en op het einde kwam er een man het bos uitlopen die blijkbaar zijn eigen strijd had gevoerd tegen de overvallers. Ze stelden zichzelf voor, Dydan, da jager, met veel gemompel. De maraskaan Thenaka Khan even trots op zijn voorouders als ik. Op de kar zat een Tsa-geweide Dawn genaamd. De soldaten vroegen ons of we de ene gevangene die we in leven hadden gelaten samen met de koopman naar een nabijgelegen dorpje genaamd Bloemendaal te brengen op de rover daar te laten berechten.
Zogezegd zogedaan, maar in het rustige Bloemenweelde aangekomen, vonden we eerst een lijk, en werd ons daarna geïnformeerd over een andere dode, een meisje van zeven.
We trokken op onderzoek uit, eerst dachten we dat de overvallers ook de mensen daar uitbuiten in de vorm ven een fee die de mensen als godelijk aanbidden. En omdat de mensen al twee maanden geen glinsterende dingen (goud en spiegels) hadden gegeven enkele mensen vermorrdden om ze aan te zetten om terug te betalen.
Maar dan vonden we een boek in Victor's kamer (de dode) waarin gruwelijke foto's stonden van mensen die verkracht werden, dan vonden we ook nog een bebloed mes in de kamer, en aan de tafel die gedekt was voor twee was één bord kapot (het mes lag dus onder het bed). Tesamen met een kom waarin bloed lag in het tempeltje van de plaatselijke Tsa-geweide kwamen we tot de conclusie dat de Tsa-geweide erachter was gekomen dat Victor het kleine meisje (Marjolein) had verkracht en daarna gedood. Toen hij Victor ermee ging confronteren werd hij zo kwaad dat hij Victor doodde.
Victor storte helemaal in toen we hem vertelden dat we het wisten, hij vertrok naar zijn hoofdtempel om vergeving te vragen aan zijn overste. Hierna vertrokken we naar Schaduwpas met Hita, een vrouw die we moesten begeleiden voor de burgermeester en een brief voor de baron.

Schaduwdal
In een stadje net voor het Schaduwdal pikten we Megram, Greifax en Mal op, respectievelijk een vrouw, een dwerg en een man die door de Schaduwpas moesten. Hita vroeg aan ons allen om wat geld in een pot te steken waarmee we wapens voor de draak die pas bewaakt gingen kopen, de draak vroeg alle wapens en wapenrustingen die men aanhad als tol om door de pas te mogen. Een gek reed ons 's morgends vroeg van onze paarden, toen we wilden vertrekken naar Schaduwgrond, hij stuurde zijn kar recht de beek in en ik heb hem op zijn kar gebonden en zijn leidsels doorgesneden omdat hij mijn raad niet aannam om het rustiger aan te doen, hij wilde koste wat het kost binnen een dag heel de pas doortrekken. Enkele uren later ben ik mijn paard verloren aan een kuil in de grond, het dier brak zijn been en ik heb het uit zijn lijden verlost, ik kreeg meteen spijt van mijn slechte rijkunst toen we even later de draak tegen kwamen, en de bloeddwerg zijn wapens niet af wilde geven, hij wilde verdomme die draak een kop kleinder maken, we konder die wolkop overtuigen om zijn bewapening af te leggen en zich koest te houden, hoewel wij evenveel aan die wapens hadden betaald als die dwaas was het niet makelijk. Maar toen lande de draak en was meteen alles vergeten: een explosie van gedachten brande in mijn hoofd, en dat van de anderen los. De draak vroeg ons:"hebben jullie wat ik zoek?" en liet in ons hoofd een kleine man of een dwerg zien, het was niet duidelijk vanwege de gouden maliën, en het glinsterende schild en zwaard. Waarschijnlijk was het een kleine man, want er is mij verteld dat een dwerg het liefste een bijl voert. De draak leek niet al te blij toen we hem zeiden dat we die man/dwerg niet kenden, maar liet ons toch door. Enkele uren later kwamen we een tolhuis tegen, waar ze ons een daalder lieten betalen, een redelijke prijs, dacht ik, tot we een tweede tolhuis tegenkwamen waar ze ons het hondervoudige vroegen! Thenaka is een nobel man, want hij betaalde voor ons allemaal.

Enkele uren later schoten we bijna een kind neer, ze kwam samen met een oude man uit een bos rijden terwijl ze "ten aanval" riepen uit volle borst, als ze twee tellen later het bos uitkwamen, zouden ze mijn pijl in hun keel hebben steken, en Thenaka's diskussen in de maag. het kind was echter zó schattig, ze vertelde ons dat haar naam Elise Stormveld was, de dochter van de baron, en dat wij haar gevangenen waren. De oude man Marcus, en bleek een witte magiër te zijn, een vriend van het hof. We speelden het spelletje mee, we moesten toch de brief afleveren, maar in Schaduwgrond aangekomen gingen wij naar binnen, en Hita en de drie idoten namen afscheid van ons, in de burcht aangekomen mochten we met de baron en zijn dochter aan tafel aanschuiven, we gaven hem de brief, en hij vroeg ons of we hem konden helpen met een van zijn problemen op te lossen nadat Dawn met Elise naar haar speelkamer was gegaan.
Hij legde ons uit dat hij er drie had, en als we met één van de drie problemen konden helpen, hij ons meer dan dankbaar zou zijn. Dit waren zijn problemen:
1) Rovers maakten het platteland in het noorden onveilig.
2) Er kwamen maar weinig schepen in de havens aan omdat er een plaag piraten blijkbaar zin hadden windhaege te teisteren.
3) De draak.
We wilden allen helpen, maar hadden wel voorraden nodig, maar dat was voor hem geen probleem.

De volgende dag vertrokken we ieders op een paard, en met een pakpaard aan de teugels, op weg naar de bossen in noord-windhaege.
Daar aangekomen trokken we door het bos, ik en Dydan in het struikgewas naast de weg, we kwamen verschillende tolposten tegen, die allen onze wapens wilden. Al de mannen, en vrouwen, aan een tolpost waren tulamiden met rode riemen aan. We hebben ze meer dan eens moeten bevechten, omdat we onze wapens niet af wilden geven, en die rovers stierven liever dan te vertellen waar hun kamp was, en uiteindelijk stuurden ze zelfs échte strijders achter ons aan. Bereden krijgers die waren geboren met een zwaard in het hand, ternouwernood konden we ze allen verdrijven, en we hebben nu wel méér paarden, maar nog steeds geen idee wààr hun kamp zich bevind.


Laatst aangepast door op di feb 05, 2008 3:51 pm; in totaal 2 keer bewerkt
Terug naar boven Ga naar beneden
https://dsauge.actieforum.com
Daan
Grenswachter
Daan


Aantal berichten : 921
Leeftijd : 34
Registration date : 21-08-07

Dagboek. Empty
BerichtOnderwerp: tweede sessie   Dagboek. Icon_minitimema okt 08, 2007 5:32 pm

Het goede in slechte tijden.
De dag erna gingen we weer op tocht door de bossen, nog steeds doelloos rondzwervend, hopend op een roodriem die we gevangen konden nemen. Na uren over een wildpad te hebben gereden, we dachten dat de rovers er gebruik van maakten, werden we overvallen, Thenaka kreeg een pijl in zijn borst, maar de rover had waarschijnlijk die van mij tussen zijn ribben. Toen ik in het bosje ging kijken waar de stem die ons halt had doen houden zich verschool zag ik een ventje van een jaar of veertien die het nodig vond om met zijn speelgoedboog pijlen in mensen te schieten. Zijn gestel rekende niet op pijlen die in de andere richting vlogen, en hij was bijna bewusteloos toen ik hem oppakte en heelde. Hij was zo verdwaasd door de schok, zowel van de heling als van mijn pijl, dat hij niet eens merkte dat er magie door zijn lichaam had geraasd. Hij legde Thenaka, die niet eens merkte dat de pijl nog steeds in zijn lichaam stak, uit dat hij zijn moeder moest beschermen, want zij lag in een hutje te wachten op de baarmoeder die de vader van de jongen was gaan halen in het dichtstbijzijnde dorpje. Wij moesten even over zijn woorden nadenken, maar Dawn wist meteen waarover de jongen het had, en toen ik het ook begreep maanden we de jongen aan om zo snel mogelijk de weg naar het hutje te wijzen.

Bij het hutje aangekomen lieten we de mannen buiten staan en gingen ik en Dawn binnen, de vrouw die op het bed in het eenvoudige hutje lag was in grote nood, als de kleine er niet snel uitkwam zou dat fataal worden voor de vrouw. Dawn stelde de vrouw gerust, en ik probeerde het haar zo makelijk mogelijk te maken. Daarna gingen we beiden in het bos zoeken naar kruiden die het de vrouw makelijker maakten. Toen we terugkwamen stond Thenaka achter zijn paard, de jongen stond heel beduusd naar Thenaka te kijken, en even verderop stonden twee idoten met wapens te zwaaien, een ervan was zelfs een vrouw verdomt, die zou het in Aranië geen twee weken uithouden, de officiers zouden haar Tobrië in laten lopen met de opdracht om een teen van de heptarch mee te brengen als ze terugkwam. Ik en Dawn negeerden allevier en liepen het hutje weer binnen. Het rook er zo verdomd duf dat ik de deur openliet, met natuurlijk mijn mantel ervoor. De vrouw zag er zo mogelijk nog slechter uit, ze zag krijtwit, en ademde bijna niet meer, ik vertelde Dawn dat ze de mannen, en vrouw, moest kalmeren, en dat ik de kruiden wel zou koken. Toen ze buiten stapte snelde ik naar de vrouw toe en heelde ze met een beetje magie, de vrouw kreeg meteen terug kleur, en ze ademde terug normaal. Toen Dawn terug binnenkwam kreeg haar gezicht even een vragende uitdrukking, maar ik denk dat ze het herstel aan de kruidendamp weet die in het hutje hing. Nadat we de kruiden hadden toegedient sliep de vrouw rustig, en kreeg Dawn een geweldige inval nadat ze de vrouw terug had onderzocht: ze zou het kind er met de kracht van Tsa uit halen, hoe wist ik niet, maar ze zou het doen, maar eerst moest de vrouw terug wakker worden.

Een half uurtje later stapte we met het kindje in de armen het hutje uit, de nieuw aangekomen man bleek de vader te zijn, die maar wat blij was met zijn dochter, hij nam de kleine in de armen en stapte het huis in, de vrouw die hij had meegebracht bleek een huurling met een veel te grote bijl te zijn, en overal rond het hutje stonden er bloemen in bloei die er eerst niet eens hadden gestaan. Het was wondermooi, misschien een gevolg van wat de Tsa-geweide had gedaan, maar wat ik binnen heb gezien wil ik niet beschrijven, dat zou godslastering zijn, het enige wat ik erover kwijtwil is dat het het mooiste was dat een mens kan meemaken.


De toren
Mark, de vader van het kind, vertelde ons dat de rovers hem gerust lieten zolang hij zijn wapens maar afgaf. Hij wist niet te zeggen waar de rovers hun kamp hadden, maar hij vertelde ons wel dat een toren dichtbij ‘spookte’. We beslisten om de huurling Eyvin mee in de groep op te nemen, een extra stootblok zou zeker handig worden, en vertrokken naar de toren. We waren verbaasd toen rond de toren nergens voetstappen te vinden waren, en het stof op het gelijkvloers duimendik op de grond lag. Ik wilde de trap opwandelen om eens te kijken wat we konden vinden op de hogere verdiepingen, maar toen ik enkele treden op liep brak er een onder mijn voeten. Ik ging buiten een stok halen om de treden mee te testen, en wandelde de hele toren naar boven, alle andere treden waren in orde, maar ik was onvoorzichtig en ik had een struikeldraad niet gezien, toen ik die aanraakte schoot er kruisboogpijl in mijn schouder, en stortte ik neer met een gil, Dawn en Thenaka spurtten de trap op, Dawn hielp me met de pijl, en Thenaka dacht blijkbaar dat er vijanden op het bovenste verdiep zaten, die de pijl in mijn lichaam hadden geschoten. Toen de pijl uit mijn lichaam was verdwenen ging ik met Dawn en Eyvin naar boven, waar we voor een raadsel stonden: er lagen asresten op de vloer, die warm waren, maar in de hele toren hadden we nergens voetstappen gehoord… Thenaka loste het raadsel op door een trapladder te vinden, die in een muur was geboord aan de achterkant van de toren. We beslisten om een wacht te plaatsen, die de rovers zou opwachten als ze terug de ladder opkropen. Thenaka en Eyvin zouden die wacht op zich nemen, omdat ik te zwak was na de pijl, en Dawn de rovers eerder ten dans zou vragen dan gevangen nemen. Ik vroeg Thenaka ook om enkel mij wakker te maken als ze iemand gevangennamen.
’S Nachts werd ik wakker door een haarde bonk op de vloer boven me, spijtig genoeg werd Dawn ook wakker, en haastte me naar boven, daar zag ik Eyvin en Thenaka in een gevecht verwikkeld met twee rovers, ik probeerde er een bewusteloos te slaan, maar Thenaka en Eyvin maakten de ene simpelweg af, de andere sprong van de toren af toen zijn wapen brak. Als je mannen de leiding gaf dan kwam je steeds uit op bloedbaden. Ik snelde naar beneden van de touwladder, maar die had er blijkbaar zo lang gehangen dat hij helemaal verrot was, twee spijlen braken, en ik flikkerde naar beneden. Het volgende dat ik weet is dat ik in mijn bed lag, de man die naar beneden gesprongen was, en die ik wilde proberen te redden, was gestorven.

H.L.
's Morgens kwam Marc aanreiden, hij bazelde wat over problemen met zijn vrouw en of we wilden meekomen, ik bleef in de toren omdat ik me nog zwakjes voelde, en Eyvin bleef bij me. Ik stuurde Indra mee om ons te waarschuwen mocht Thenaka en Dawn iets overkomen. We aten wat en spraken over dingen als mannen en dieren, beiden in dezelfde zin. Na een uurtje of wat kwam Indra aanvliegen, ze vertelde me dat onze vrienden in de val waren gelopen, ik kon Eyvin overtuigen dat ik wilde vertrekken zonder dat ze argwaan kreeg. Na een korte rit zagen we Dawn en Thenaka onder bewaking op de knieën zitten. Ik en Eyvin cirkelden rond de kring zodat we langs twee kanten konden aanvallen mocht het nodig zijn, en luisterden. Thenaka poogde nog een keer uit te breken, aan kleerscheuren en blauwe plekken te zien had hij het al eerder geprobeert, maar werd neergeslagen. Vier ruiters kwamen aanreiden vanuit de richting van Mark's huisje, na nog een keer goed te kijken zag ik dat ze Mark tussen hen in hadden genomen, en blijkbaar onder bewaking naar de anderen toe reden. Mark verontschuldigde zich bij Thenaka en Dawn, maar werd ruw onderbroken door de leider van de cavalerie, die was pisnijdig toen hij zag dat er maar twee gevangenen waren, en sloeg Mark neer toen hij vertelde dat hij mij en Eyvin niet mee had kunnen nemen naar de valstrik. Ze lieten Mark achter op de grond en reden weg, verder uit de richting van de toren.

Na een tijdje wandelen zag ik een eenzame ruiter onze richting uitkomen, onbekomerd reed hij recht op de rovers af, die wonderlijk genoeg schrik hadden van één man. Hij praatte even met Thenaka en Dawn, en was kwaad toen hem werd verteld dat wij neit waren gedood, maar konden ontsnappen. De ruiter stelde zich aan Thenaka voor als Herbert Legas, we hadden onze misterieuse H.L. gevonden. Deze rover was een bandiet met principes, voor hij vertrok richting hun kampement doodde hij een soldaat omdat hij Mark's vrouw en kinderen had bedreigt, om Mark zo ver te krijgen om ons in de val te lokken.

Tegen de avond kwamen we aan bij een open veld, de ruiters werden doorgestuurd op Herbert's bevel, en ik stuurde Eyvin achter hen aan, ik volgde de anderen in een verborgen luik, een lange gang leidde naar beneden, daar stonden twee stenen figuren op wacht, ik wandelde onder hun speren door, maar ze sloegen me terug en ik kwam hard neer op de trap, ze vroegen me om een wachtwoord, na "eer" en "plicht" te hebben geprobeert ging ik terug naar boven, ik zou het wachtwoord toch nooit raden. Op de plaats waar ik en Eyvin hadden afgesproken was nog niemand, maar ik moest niet lang wachten. We aten wat gedroogd vlees, en waren van plan om de volgende wacht die naar de toren werd gestuurd vast te houden, maar die nacht kwam er niemand meer langs.

De volgende dag hebben we gespendeert aan het volgen van Herbert en enkele van zijn gezellen, we hebben niets ontdekt over hoe we naar binnen konden, en Eyvin vond de weg niet meer naar het andere luik dat hij had gevonden. In haar haast om weg te komen van vier ruiters die naar buiten reden op het moment dat zij naar binnen ging heeft ze de omgeving niet in haar opgenomen, iets wat ik haar niet kwalijk neem. 's Avonds zagen we onze kans toen een enkele ruiter zich van Herberts groep afsplitste en waarschijnlijk naar het tweede luik reed, ik liet Eyvin van het paard stappen dat we deelden en reed hem achterna, ik haalde hem in maar betaalde meteen de prijs voor mijn ontstuimigheid: ik had nog steeds last van de pijlwond en man die ik volgde was een betere ruiter, hij sloeg me verrot voor Eyvin langs me inhaalde, en daarna heb ik wederom een zwart gat in mijn geheugen. Ik heb mezelf beloofd om niet meer in een gevecht te treden, tenzij ik weet dat ik het gevecht kan winnen.

Ik werd wakker in het schuilhol van de rovers, Eyvin had er niets beter op verzonnen dan me van de trap te gooien en de rovers te roepen, ik ben haar daar dankbaar voor, zonder haar leefde ik niet meer. Een magiër had me blijkbaar geheeld, heel het hol stak vol magiërs, gelukkig geen witten, maar toch genoeg om me onrustig te voelen, en Herbert wandelde op me toe, ik zag Thenaka en Dawn iets achter hem, ik deed alsof ik hen niet kende, maar Thenaka heeft geen gevoel voor intrige, en Dawn leeft nog steeds in een wereld waar iedereen vrolijk is, en ik sloeg niet in mijn opzet. Daarom veinsde ik geheugenverlies, wat volgens de magiërs mogelijk was nadat ze me uit een coma hadden teruggehaald, en werd ik naar de vertrekken van Thenaka en Dawn gebracht. Mijn boog en sabels was ik wel kwijt. Herbert kwam me 's avonds opzoeken, samen met Dawn en Thenaka, die vertelde me dat hij een opdracht van Herbert had aangenomen, een opdracht waardoor hij zou stoppen met plunderen. Het zat zo:
Herbert was een edelman in Horasië, zijn aartsrivaal Bentoi had het kasteel van de markgraaf geplundert en daar alle kinderen gedood, en de pasgeboren zoon van de markgraaf ontvoert. Hij had met het bloed van de vrouw van de markgraaf H.L. op de muren geklad. Herbert was verbannen omdat er sterke aanwijzingen waren die wezen op zijn betrokenheid, maar geen bewijzen. Enkele weken later "vond" Bentoi de zoon van de markgraaf bij een boerenechtpaar (zij werden opgehangen), en kreeg als beloning Herberts land en geliefde Jolijn Lafroi.
Herbert had een opdracht gekregen om de bossen waar we ons nu bevinden te teisteren, en door alle wapens te eisen leek hem dat het beste, zo vielen er ook weinig gewonden en doden. Als we Herberts naam zuiverden zou hij stoppen met het bos onveilig te maken en terug naar Horasië trekken.

Omdat Thenaka zijn belofte om te helpen met bloed had bezegelt konden we er niet meer onderuit, en dus vroeg ik aan Legas om een schrijver die voor mij een adelbrief kon namaken, we zouden moeten intrigeren dus ik zou me voordoen als Aranische adel, Thenaka zou mijn lijfwacht zijn, en ofwel Eyvin ofwel Dydan mijn lijfknecht of kamenier/ster, we beslisten wel om eerst langs Schaduwgrond te trekken om daar onze vorderingen te melden.

Bekentenisen van een ondervrager.
We kwamen snel aan in Schaduwgrond, ik liet een ketellapper een zegelring voor me maken, de lapper zei dat hij dat kon en dus geloofde ik hem maar, en trokken naar de burcht. De baron en zijn dochter waren blij om ons te zien, en nodigden ons uit om te eten. Elise was blij met het masker dat ik haar had beloofd, ik snap niet waarom ze zo graag een masker als Thenaka wilde, maar ik was blij met de glimlach op haar gezicht. De baron toonde ons zijn welwilendheid door ons goud voor een koets en "zakgeld" ter waarde van 100 dukaten mee te geven. tijdens ons gesprek aan tafel probeerde ik Marcus wijs te maken dat we terug in de richting van de bossen trokken, maar Jarek en Thenaka staken daar een stokje voor. Ik moet Thenaka morgen écht het begrip "intrige" uitleggen En de magiër eiste een gesprek tussen vier ogen met hem, ik kreeg schrik dat hij wist wat ik was, zeker toen hij me vragen begon te stellen over mijn valk. Ik stemde in en nam Thenaka mee als bescherming, Thenaka bleef buiten wachten en ik vroeg hem niet aan de deur te luisteren. Markus vertelde me dat hij wist wat ik was, en dat ik niets te vrezen had van hem, hij was een heksenjager, een "ondervrager", geweest, maar de laatste vrouw die hij had gedood had hem net voor haar dood, na urenlange marteling de woorden "ik vergeef je" in de oren gefluisterd, daarna vroeg hij expursie aan bij zijn gilde, en vertrok naar de Schaduwpas waar hij sindsdien verblijft. Hij vertelde me dat hij besefte dat wat hij had gedaan moord was, en geen recht. Na het gesprek geloofde ik er niet meer in dat hij de Havik was, wat ik meteen veronderstelde nadat we de boodschap hadden gevonden die van de Schaduwpas naar Herbert werd gevoerd. Thenaka bleek wederom een prachtig gevoel voor intriges te hebben, omdat hij me meteen in gezicht smeet dat hij het niet erg vond dat ik een heks was, maar ik heb hem teruggepakt, de volgende dagen zal hij pech hebben bij alles wat hij doet. Nu ga ik slapen, want morgen beginnen we aan de reis naar Horasië, en het begint nu al bakken uit de lucht te regenen, ik hoop dat het weer morgen beter is, maar anders ga ik ons nog heel vroeg regenjassen kopen.
Terug naar boven Ga naar beneden
https://dsauge.actieforum.com
Daan
Grenswachter
Daan


Aantal berichten : 921
Leeftijd : 34
Registration date : 21-08-07

Dagboek. Empty
BerichtOnderwerp: Sessie 3   Dagboek. Icon_minitimema okt 29, 2007 9:42 pm

Reis naar het zuiden.
’s Morgens vertrokken we met onze druipende oliejekkers aan. Ik zag Thenaka en Dawn iets bespreken, en ik ving de woorden “mijn zwaard in de schede laten tenzij het niet anders kan” op, Dawn en Thenaka waren dus afspraken aan het maken, heel leuk, daar had ik zelf nog wat een toe te voegen. Ik reed naar hen toe, en sprak luid genoeg zodat de hele groep het hoorde, ik legde het begrip intrige uit, en vroeg Thenaka of hij zijn masker af wilde laten, ik had niet gedacht dat hij het ging doen, maar blijkbaar begreep hij dat een dergelijk masker vragen opriep, hij smeet het weg terwijl hij in galop vooruitschoot.
Verder gebeurde er de hele reis niet veel, ’s avonds gingen we met drieën slapen, terwijl een vierde de wacht hield. Dawn was blijkbaar schrikachtig, want toen een stinkdier aan de proviand knabelde, begon ze met steentjes naar me te gooien om me wakker te krijgen. Ze dacht blijkbaar dat er rovers rondwaarden. Ik greep het dier bij zijn staart en smeet het naar Dawn, het schol niet veel of ze had de volle laag van het dier in haar gezicht gekregen. De penetrante geur maande ons wel aan om te vertrekken, en met een ochtendhumeur deden we dat dan ook. Even later kwamen we soldaten tegen op de weg. We negeerden ze, maar de gardekapitein kwam naar ons toe, wij dachten dat we wederom met een partij rovers te maken hadden, maar blijkbaar had baron Stormveld mannen ingehuurd om in Schaduwgrond de garde te versterken, die mannen waren niet zo slim, en wisten niet eens de weg. De kapitein, een man bij Hesinde, was meer dan blij om van ons aanwijzingen te horen en ze trokken met veel gezang en gelag verder.
Na enkele uren reiden zagen we een eiken gebouw staan, De Gouden Eik, maakte een bordje ons duidelijk. Allen waren de nachten buiten slapen beu, en we waren meer dan blij om eens een nachtje goed te slapen. Een klein kereltje kwam onze paarden aannemen, en we wandelden de gelachkamer binnen. Mijn mond viel open toen ik merkte dat ook binnen alles uit eikenhout was vervaardigd, de herbergier moest een rijk man zijn, hoewel er slechts twee soldaten aan een tafeltje zaten, en verder niemand. We bestelden kamers en eten, maar voelden ogen in onze rug prikken, Dydan ging na het eten met de twee soldaten een tafel zitten, ik en Thenaka schoven bij, en Dawn besloot uiteindelijk dat alleen zitten maar saai is. De soldaten vertelden dat ze naar Bentois trokken om hun zwaarden te verhuren, en na enkele biertjes vertrokken ze naar hun kamer.
Dydan ging hun afluisteren, hij vertrouwde ze niet, en Thenaka ging een wandeling maken. Dydan kwam terug, en zei dat hij een raar gesprek had gehoord, dat blijkbaar over ons ging, Thenaka kwam in paniek binnen: er stond een hele bende onder het raam van die twee heren, ze kwamen om ons te overvallen. We lieten er geen gras over groeien en snelde naar de paarden, Dawn nam de kist met goud mee, en plaatste die op het pakpaard. Dydan wilde kost wat kost de twee dieren van de soldaten de keel oversnijden, maar Dawn begon meteen te discuteren, Thenaka trok haar op zijn paard, ik nam een paard van een van de soldaten bij de teugels, en die idiote Dydan sneed het ander de keel over. Na een ijzingwekkende kreet van het baard spoorden wij de onzen aan.
Terug naar boven Ga naar beneden
https://dsauge.actieforum.com
Daan
Grenswachter
Daan


Aantal berichten : 921
Leeftijd : 34
Registration date : 21-08-07

Dagboek. Empty
BerichtOnderwerp: Re: Dagboek.   Dagboek. Icon_minitimewo jan 23, 2008 5:50 pm

~~~~~~~~~~~~
Break
~~~~~~~~~~~~
Terug naar boven Ga naar beneden
https://dsauge.actieforum.com
Gesponsorde inhoud





Dagboek. Empty
BerichtOnderwerp: Re: Dagboek.   Dagboek. Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Dagboek.
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» Dagboek
» Dagboek
» [dagboek]
» Dagboek
» Dagboek

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
DSASpeelgroep :: Hall of Fame :: Begraafplaats :: Dimitri-
Ga naar: