In de grotten.
Mijn idee was blijkbaar het beste dat de strijders ooit hadden gehoord, en slechts enkele mensen raakten gewond omdat ze werden vertrappelt door hun vrienden toen de draak verscheen.
Blijkbaar is al dat profetisch gedoe dat Willem zo boeit eindelijk naar zijn hoofd gestegen, hij werd helemaal gek, en begon dingen te voorspellen die ik niet echt geloof.
De ontmoeting met de BORon-priester.
Nu ik niet meer regelmatig in contact sta met een priester die respect eist, en na mijn avontuurtje met de Rahja-priesteres, blijkt mijn respect voor de priesters bijna helemaal verdwenen te zijn. Een BORon-priester die op doortocht was heeft het ons duidelijk gemaakt nadat hij Willem had geheeld, we zijn voor Dawn inderdaad niet lief geweest, en hoewel ze soms met de meest belachelijke voorstellen komt zullen we naar haar moeten luisteren of ik kan niet meer spreken, Thenaka niet meer zien, en Eyvin niet meer horen. Dat werdt me zéér duidelijk toen ik protesteerde tegen de BORon-geweide toen hij me vroeg me voor een vierde keer te verontschuldigen aan Dawn, toen ik zei dat ik geen zin had om voor de vierde keer kinderachtig genegeerd te worden heeft hij me een week voor dood achter gelaten.
Het schild
Na tien dagen was ik beter, en waren mijn wonden ook genezen, mijn vrienden vertelden me dat we een magisch schild moesten gaan zoeken, dat ons zou helpen de draak te verslagen. Ik vermoed dat het schild de vlammen van de draak weerkaatst, of toch zoiets in de aard.
Toen we vertrokken kregen we gezelschap van Grablak, een van de Dwergen uit de academie van Xorlosch die ons kwamen helpen om de Draak te verslagen.
De reis
Dawn bleef even kinderachtig doen, en onze zintuigen aan en uit zetten naargelang haar grillen, ze moet echt volwassen worden! Maar op een dagreis van het markgraafschap waar we het schild moesten gaan stelen van Jarek, werden we tegengehouden door een Dwerg met een nachtpon aan, die kon toveren. Hij nam de anderen mee een grot in waar hij hen over de geschiedenis van het schild vertelde, ik bleef buiten bij de paarden.
Toen we bij de stad aankwamen bewees Dawn nog maar eens dat onze wegen misschien beter zouden scheiden, de Geweide gaf de papieren af waar op stond dat we van Jarek iedereen mochten bevelen en ophangen, toen ze ons om onze geloofsbrieven vroegen... Een half uur later werden we gearesteerd om de reden dat we het schild wilden stelen.
In de cel
De man die ons achter de tralies stak vertelde ons over een anonieme tip van een persoon genaamd Havik, waar mijn vrienden en de Priesteres al last mee hadden gehad. Maar daar geloof ik niets van, volgens mij is die naam gewoon toeval, en over dat schild, dat is een belachelijk logische verklaring: de markgraaf wist dat Jarek dat schild wilde hebben, en de Priesteres geeft een of andere gardist de papieren die ons met Jarek linken. Één en één is twee nietwaar?
Ik ben redeijk makelijk uit mijn boeien geraakt, de boeien waar mijn meester mee oefende waren véél lastiger, en nu hingen mijn benen nog onder mij in plaats van anderson zoals mijn meester meestal deed. Ik had een goed ontsnappingsplan, maar Thenaka is te laf of te dom om een poot uit te steken.
De ontsnapping schrijf ik pas op als we wel degelijk ontsnapt zijn, goed koen?