Gevangen heksen: vrij of niet?

Bij het buitengaan van de vergadering legt Kareja voorzichtig haar hand op Daan's schouder.

"Hé, ik wilde je nog iets vragen. Ben je er nog in geslaagd om die heksen te bevrijden, daar in Auraleth? Je kwam na een tijdje ineens naar buiten rennen terwijl de wachters moord en brand schreeuwden, en daarna met het hele 'ren voor je leven' gedoe is het me even door het hoofd geschoten..."

"Het probleem was dat ze elk in een aparte cel opgesloten zaten, ik had de keuze tussen één van hen bevrijden, en de naamloze geweide achter te laten, of de naamloze geweide te bevrijden, en ze allemaal te redden, ik hoop dat die ene de andere heeft kunnen bevrijden Kareja." Daan's stem trilt een beetje van schrik "Ik vrees dat ik, de volgende keer als ik de geweide zie, nog problemen met hem ga krijgen,..."

"De volgende keer dat we hem tegenkomen is hij degene die problemen gaat krijgen Daan. Maak je je daar maar niet druk over. Ik denk echter dat die vrouwen de tijd niet hebben gehad om elkaar te bervrijden, en daarbij als er toch enkelen van hun zijn kunnen ontsnappen uit hun cellen,zaten ze vast in de burcht met 200 van die arogante hoeren zonen. Ik hoop voor hen dat ze Boron's hallen betreden hebben en hun leed op deze plaats achter zich gelaten hebben."

"Vergeet niet dat ze allemaal achter mij en Kareja aanzaten, misschien zijn er enkele vrij gekomen

""Laten we dat dan maar hopen."

oc: ging die poort niet vlak achter jou toe?

oc: ik denk het wel, maar dat moet Kareja niet weten ^^"

"Tsja, ik hoop dan inderdaad dat er een aantal hebben kunnen ontsnappen... Ik vraag me af of er geen manier is om met hen in contact te komen, opgesloten of niet. Als we hun hulp konden krijgen bij het uitbannen van Rahastas zou dat meer dan welkom zijn; zeker nu we geen hulp meer hoeven te verwachten van de PRAios-gewijden...

En als de Naamloze gewijde nog steeds opgesloten zit, heb je daar toch niet veel van te vrezen? Ik denk niet dat de Banstralers hem ooit zullen laten gaan, nu ze hem eenmaal in hun klauwen hebben."
Kareja kijkt toch een beetje verschrikt terwijl ze dit zegt.

"Die adder is al éénmaal vanonder hun klauwen gegliberd en ik denk dat onze vrienden in wit het niet beseffen wat ze juist gevangen hebben en hoe ze ermee moeten omgaan."